Elf jaar nadat een dierenarts een kopstoot van een koe tegen zijn knie krijgt, oordeelt het Hof in Den Bosch dat zijn werkgever hiervoor aansprakelijk is. Een jarenlange strijd met veel ellende voor betrokkenen, waarom zijn er in de letselschade zo vaak verliezers…?
Wat was er gebeurd?
De dierenarts - die al sinds 1999 ’in het vak’ zat - had in 2006 spoeddienst en ging naar een koe met kalfziekte en/of een prolapsus uteri (het via de geboorteweg binnenstebuiten naar buiten stulpen van de baarmoeder). Bij aankomst trof hij de koe inderdaad aan met een prolapsus uteri, waarbij een zeil onder de uterus was gelegd om redenen van hygiëne en om beschadiging te voorkomen. Nadat de repositie van de uterus was gelukt heeft de koe deze weer uitgeperst. Daarbij trok de koe zijn beide achterpoten onder zich. Om de linkerachterpoot onder de koe vandaan te kunnen krijgen, is de boer snel een touw gaan halen. In de korte tijd dat de boer afwezig was, heeft de koe de dierenarts een kopstoot tegen zijn knie gegeven waarbij hij letsel opliep.
Aansprakelijkheid van de boer voor zijn koe
In het Burgerlijk Wetboek staat dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade (artikel 6:179 BW). De dierenarts richtte zijn juridische pijlen in eerste instantie dan ook op de eigenaar (bezitter) van de koe. Dat klinkt logisch, maar er kleeft wel een juridisch nadeel aan: ook de rol (en de hoedanigheid) van de dierenarts zélf wordt bij de schuldvraag meegewogen.
De verzekeringsmaatschappij van de boer wilde kennelijk niet de letselschade van de dierenarts (geheel) vergoeden. Dus volgt er in 2011 een eerste (deelgeschil-)procedure bij de Rechtbank Limburg. De rechterbank oordeelt op 4 januari 2012 dat de boer weliswaar aansprakelijk is voor de kopstoot die zijn koe uitdeelde, maar ook dat de dierenarts 30% eigen schuld heeft.
(Onduidelijk blijft of er in deze eerste 5 jaar iets is gedaan om de schade voor alle betrokkenen te beperken, Cure)
Arbeidsongeschiktheid en re-integratie perikelen
De dierenarts was in loondienst en vanaf maart 2007 meldt hij zich volledig arbeidsongeschikt. Zijn werkgever had mogelijk weinig ervaring met de Wet Poortwachter en doet volgens het UWV onvoldoende om de dierenarts te re-integreren. Gevolg: een loonsanctie, de werkgever moet één jaar langer het loon van de dierenarts doorbetalen.
Deze boete voor de werkgever zal de relatie met de dierenarts geen goed hebben gedaan. Vanaf maart 2010 acht het UWV de dierenarts gedeeltelijk (62%) arbeidsongeschikt. De dierenarts meldt zich daarom bij zijn werkgever weer beschikbaar voor het verrichten van werkzaamheden als dierenarts kleine huisdieren. Maar het kwaad is dan al geschied, in 2013 later verliest hij zijn baan.
(Of de werkgever zijn loonschade wel op de boer heeft verhaald, wordt in de uitspraak niet duidelijk, Cure)
Aansprakelijkheid van de werkgever
De dierenarts zit met een fikse kater: 30% van zijn schade krijgt hij niet vergoed en hij zit zonder werk. Hij besluit daarom voor het restant van zijn schade alsnog zijn werkgever aansprakelijk te stellen. Opnieuw moet in 2015 de rechter er aan te pas komen - zelfs in twee instanties - om uitsluitsel te geven.
Art. 7:658 BW
De aansprakelijkheid van een werkgever is in het Burgerlijk Wetboek geregeld in (onder andere) artikel 7:658 BW. Als een werkgever niet de redelijkerwijs van hem te vergen maatregelen heeft genomen om het ongeval te voorkomen, dan is hij aansprakelijkheid voor schade van zijn werknemer (kort weergegeven). Dat een werkgever niet eenvoudig onder deze verantwoordelijkheid uitkomt, valt ook in deze zaak weer eens terug te lezen.
En niet onbelangrijk: áls een werkgever aansprakelijk is, kan er geen sprake zijn van eigen schuld bij de werknemer.
Het verwijt aan de werkgever
Alles draait in deze zaak om het ontbrekende touw in de spoedkoffer van de dierenarts. Daardoor moest de boer de stal verlaten, anders had hij de kop van de koe in bedwang kunnen houden.
De dierenarts stelt dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden omdat in zijn koffer geen touw zat. Daardoor moest de boer een touw halen en was hij alleen met de koe.
Hoever reikt de professionele verantwoordelijkheid?
De werkgever verdedigt zich en stelt dat er (1) geen normen in de beroepsgroep bekend zijn over de inhoud van een spoedkoffer of de uitrusting van de dierenarts. Bovendien was (2) de ervaren dierenarts zelf verantwoordelijk voor zijn uitrusting en niet de praktijk. Op een dierenarts die spoeddienst heeft rust een eigen professionele verantwoordelijkheid om te controleren of de spoedkoffer op orde is. De aard van de werkzaamheden brengt mee dat (3) dierenartsen zelfstandig werken en (4) de behandelingen van grote landbouwhuisdieren plaatsvinden op locaties waarover een werkgever geen zeggenschap heeft
Gezien zijn opleiding en ervaring wist de dierenarts hoe hij in een situatie als deze diende te handelen.
Artikel 7:658 BW vereist een hoog veiligheidsniveau van de betrokken werkruimte, werktuigen en gereedschappen. Het vereist bovendien dat de werkgever toezicht houdt op behoorlijke naleving van door hem gegeven instructies en zo nodig aanvullende veiligheidsmaatregelen treft.
De werkgever ontkent niet dat aanwezigheid van de boer het ongeval had kunnen voorkomen en evenmin dat deze afwezig was om een touw te halen. Ook de noodzaak van een touw om de achterpoot onder de koe vandaan te krijgen wordt niet betwist.
Het opnemen van een touw in de standaarduitrusting van een dierenarts is eenvoudige maatregel (maar wel noodzakelijk), van de werkgever mag verwacht worden dat hij hiervoor zorg draagt.
Dat de dierenarts ervaren is en dus ook zelf verantwoordelijk is voor zijn uitrusting en zelf zijn spoedkoffer had moeten controleren en zo nodig touw op de praktijk had moeten halen, maakt dit niet anders. De werkgever dient er rekening mee te houden dat werknemers wel eens minder zorgvuldig zijn.
(De eigen professionele verantwoordelijkheid van werknemers reikt dus niet zover als het om veiligheid gaat! Cure)
100% schadeloosstelling
Na 11 jaar touwtrekken komt er een einde aan deze juridische strijd. De werkgever is aansprakelijk voor de schade van de dierenarts als gevolg van het bedrijfsongeval van 28 mei 2006. De (verzekeraar van de) werkgever moet de materiële en immateriële schade van de dierenarts vergoeden, voor zover de (verzekeraar van de) boer dat nog niet heeft gedaan.
Een zaak met louter verliezers?
Helaas komt het nog regelmatig voor dat letselschade slachtoffers een jarenlange verbeten strijd voeren om hun gelijk te halen. Zo worden zij voor een tweede keer het slachtoffer, maar nu van ’het systeem’. Achteraf bezien had de dierenarts er beter aan gedaan om direct zijn werkgever aansprakelijk te stellen, dat had hem jaren van procederen gescheeld (en advocaatkosten). Maar ook de betrokken verzekeraars hadden de schadelast flink kunnen beperken, wanneer zij in de schaderegeling het voortouw hadden durven nemen in plaats van te hopen de dans te ontspringen.