Heeft een bestuurder van een scootmobiel - bij een ongeval met een auto - recht op dezelfde juridische bescherming als een fietser of voetganger? Over die vraag heeft het Hof Den Bosch zich op 26 september jl. gebogen.
Wat was er gebeurd?
In 2014 vond een verkeersongeval plaats op een fietsers oversteekplaats tussen een auto en een scootmobiel. De oversteekplaats is beveiligd met verkeerslichten. Volgens de bestuurder van de scootmobiel, die bij het ongeval gewond raakt, reed de automobilist te hard en door rood. De automobilist ontkent. Het is het woord van de één tegen het woord van de ander.
De verzekeringsmaatschappij van de automobilist wijst aansprakelijkheid af.
De bescherming van artikel 185 Wegenverkeerswet
Artikel 185 WVW luidt (eenvoudig weergegeven):
A) Indien een motorrijtuig betrokken is bij een verkeersongeval is de eigenaar verplicht om de schade te vergoeden, tenzij aannemelijk is dat het ongeval is te wijten aan overmacht.
B ) Deze regel geldt echter niet bij een ongeval (schade) met een ander motorrijtuig.
Artikel 185 WVW geeft fietsers en voetgangers bij een ongeval met een auto dus een enorm bewijsvoordeel (A). En dit voordeel geldt dus niet voor een ongeval tussen twee motorrijtuigen (B). De achterliggende reden is dat fietsers en voetgangers bij een ongeval met een motorrijtuig extra kwetsbaar zijn (groot risico op letsel).
Is een scootmobiel een motorvoertuig of toch meer een fiets?
Een scootmobiel wordt voortbewogen door een motor, daar bestaat geen twijfel over. Maar is de bestuurder niet net zo kwetsbaar als een fietser? Of misschien wel kwetsbaarder, omdat de bestuurder relatief laag zit en het voertuig slecht zichtbaar is. Een scootmobiel rijdt ook niet voor niets op een trottoir / fietspad of - zoals in dit geval - op een fietsers oversteekplaats. En een scootmobiel en een auto kunnen toch moeilijk gelijk gesteld worden. Zij verschillen enorm in gewicht, snelheid en eisen aan de bestuurder (rijbewijs). Veel (race-)fietsers rijden bovendien een stuk harder.
Toch bescherming van artikel 185 voor een scootmobiel?
Er lijkt dus wel iets voor te zeggen om de kwetsbare scootmobiel bestuurders - juridisch - een zelfde positie te geven als fietsers en voetgangers. Bij een ongeval is het risico op letsel bovendien hoog. Wanneer er discussie bestaat over de feiten, zoals in deze zaak, dan is artikel 185 WVW voor de zwakkere verkeersdeelnemer vaak een reddingsboei.
De procedure
De advocaat gaat ervoor en probeert het ongeval onder de werking van artikel 185 WVW te krijgen. Maar zowel de Rechtbank als ook in tweede instantie het Hof zien geen hiervoor geen ruimte.
Het Hof:
Artikel 185 WVW regelt een bijzondere aansprakelijkheid waartoe het gebruik van motorvoertuigen kan leiden. De wetgever heeft dit bijzondere aansprakelijkheidsregime willen beperken tot ongevallen waarbij aan de ene kant een motorrijtuig is betrokken en aan de andere kant een fietser of voetganger.
Daarmee viel in deze zaak gelijk het doek voor het slachtoffer. Het werd nu zijn woord tegen die van de automobilist. Zonder aanvullende bewijzen (getuigen die zijn lezing kunnen bevestigen) kan hij zijn schade niet verhalen. En extra zuur: hij krijgt de rekening gepresenteerd van het proces (en waarschijnlijk ook die van zijn advocaat).
Is deze uitspraak te star of niet?
Voor beide kanten van de zaak valt wel iets te zeggen. Al is het maar omdat de wet heel duidelijk is, net zoals een scootmobiel een motorrijtuig is. Toch wringt bij mij persoonlijk de uitspraak - in ieder geval gevoelsmatig - omdat de bestuurder van een scootmobiel op z’n minst even kwetsbaar is als een fietser of voetganger. En wat te denken van de elektrische rolstoel of de elektrische fiets?
Misschien wordt het tijd - voor onze wetgever - om deze kwetsbare groep verkeersdeelnemers verder te beschermen en een duidelijke plek te geven in ons verkeersrecht? Een mooie taak voor ons nieuwe kabinet?
Eric Grendel
Nog wat feiten:
* Rond 1980 verschijnen de eerste scootmobielen in Nederland;
* In 2006 waren er in Nederland zo’n 150.000 scootmobielen geregistreerd. Zeven jaar later waren dat er al 250.000. Naar verwachting stijgt dit aantal de komende jaren verder. Volgens voorzichtige schattingen telt Nederland in 2030 zo’n 600.000 (!) scootmobielen;
*In 1997/1998 haalde het wetsvoorstel Verkeersongevallen het niet. In dit voorstel werden ’rolstoelen met een eigen aandrijving waarmee door een gehandicapte aan het verkeer wordt deelgenomen’ uitgezonderd van het begrip ’motorrijtuig’ met als doel om aan de bestuurder van een dergelijke rolstoel een gelijke bescherming te bieden als voetgangers en fietsers;
* Het RVV (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) maakt wél onderscheid:
motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;
* In 2015 werden 276.000 e-bikes verkocht;
* In 2014 kwamen 79 e-bikers in Nederland om bij een verkeersongeluk. Daarmee waren e-bikers vaker slachtoffer van een fataal verkeersongeval dan bromfietsers.
* Veel e-bikers zijn 60 jaar of ouder. Door de e-bike blijven ouderen tot op hogere leeftijd mobiel, maar met een hogere snelheid (officieel tot 25 km/u) dan ze in jaren hebben gefietst.