Sporten is gezond, dat is algemeen bekend. En bij een teamsport leer je ook nog eens allerlei sociale vaardigheden. Samen werken aan een doel, winnen en verliezen, maar ook het accepteren van je eigen fouten of die van anderen. Toch gaat het in de sport regelmatig mis. Pakt een actie helemaal verkeerd uit of slaan de stoppen door bij de tegenstander. Waar ligt de grens en wie draait er op voor de kosten? Een kleine greep uit de rechtspraktijk.
Voetbal
Rechtbank Den Haag mei 2017 (kruisbandletsel voetballer na overtreding)
Voetbal in het bijzonder is een contactsport, waarbij fysiek contact tussen spelers in de vorm van tackles, slidings en dergelijke bij duels om de bal gebruikelijk is. Tijdens deze duels vinden onvermijdelijk ook acties plaats die gevaarlijk, slecht gecoördineerd, verkeerd getimed of ondoordacht zijn.
Aansprakelijkheid is er alleen als een zodanige actie buiten het normale risico valt dat men in een voetbalwedstrijd loopt.
In dit geval is niet bewezen dat de actie buitensporig was. Het ernstige knieletsel alleen is onvoldoende om aan te nemen de actie onacceptabel was.
Het slachtoffer draait zelf voor de schade op.
Voetbal
Rechtbank Haarlem februari 2009 (beenbreuk voetballer na tackle keeper)
Aanvaller en keeper komen 1-1 te staan. De aanvaller schiet de bal onder de uitgelopen keeper door in het doel. Terwijl hij al op zijn rechter standbeen stond om zich om te draaien, kwam de keeper met gestrekte benen op hem af.
Toen hij de bal op het doel schoot, bevond de keeper zich nog op een afstand van ongeveer 5 meter van hem vandaan.
Volgens de keeper hield hij zijn benen “gestrekt naar de cornervlag”en kwamen zij met de scheenbenen tegen elkaar. Hij vermoedt dat de aanvaller op snelheid tegen hem aan is gelopen.
Het is volgens de rechtbank niet aannemelijk dat de aanvaller zo ernstig letsel zou hebben opgelopen als zij ‘slechts’ met de scheenbenen tegen elkaar waren gebotst.
De schade van het slachtoffer wordt vergoed.
Hockey
Rechtbank Arnhem januari 2012 (klap in het oog bij hockey tijdens gymles)
Tijdens de gymles op school gaan de leerlingen hockeyen. Bij het slaan van bal heeft een leerling een andere leerling die van achteren/van opzij kwam om hem van het scoren af te houden, met zijn stick geraakt. Er is sprake van ernstig letsel: een zware hersenschudding, gebroken neus en ernstig oogletsel.
Ook voor sport op school geldt: aansprakelijkheid is er alleen als een actie buiten het normale risico valt dat men in een bepaalde sport loopt.
In dit geval gebeurde het ongeval ‘in het vuur van het spel’, heeft de veroorzaker het slachtoffer niet heeft zien aankomen en was er van enige opzet al helemaal geen sprake.
Het slachtoffer draait zelf voor de schade op.
Tennis
Hof Den Bosch april 2009 (bal in het oog bij tennisles)
Tijdens de tennisles stonden 4 cursisten op de tennisbaan. Er werd gespeeld in tweetallen, waarbij de bal vanaf de baseline over en weer met topspin schuin over het speelveld (diagonaal) naar de tegenspeler werd geslagen.
Als er een bal kort over het net komt, sprint één van de cursisten naar de bal en slaat deze rechtdoor (in plaats van diagonaal). Aan de overzijde was op dat moment achter de baseline een andere cursist ballen aan het rapen. Toen deze vanuit gebukte houding omhoog kwam en zijn gezicht naar het net draaide, kreeg hij de geslagen bal in het gezicht op het oog. De gevolgen waren ernstig: naast oogletsel bleek er ook sprake van hersenletsel.
Dat de cursist in strijd met de instructies naar het net is gelopen en de bal vervolgens rechtdoor slaat, is volgens de rechter onvoldoende. Er was geen sprake van opzet, maar vooral van een misslag als gevolg van onvoorzichtigheid en onkunde. Verder: ook een training is een tennisspel. Aansprakelijkheid is er alleen als een actie buiten het normale risico valt.
Het slachtoffer draait zelf voor de schade op.
Verschillende sporten, onder andere omstandigheden. De hoofdregel is gelijk: alleen wanneer het letsel het gevolg is van een opzettelijke of roekeloze actie, die buiten de gebruikelijke risico’s van de betreffende sport valt, komt de schade voor vergoeding in aanmerking.
Of toch niet…?
Recentelijk oordeelde de strafrechter in Den Haag ook over een voorval op het voetbalveld: de voetballer werd een taakstraf opgelegd en moest € 9.000 aan het slachtoffer betalen. Een uitspraak die volop aandacht trok, omdat de strafrechter de grenzen lijkt op te rekken in het voordeel van het slachtoffer.
Wat was er gebeurd:
Tijdens een amateurwedstrijd loopt een speler een dubbele beenbreuk op. Volgens een teamgenoot van het slachtoffer ging het mis toen het slachtoffer met de bal aan de voet richting de het doel van de tegenstander sprintte. ”Degene die de overtreding zou maken, kwam er achteraan rennen en zette een sliding in. Maar hij is nooit bij de bal gekomen, want mijn vriend zat ertussen.
Was er opzet in het spel? Volgens het gerechtshof in Den Haag niet. Wel was er sprake van ’voorwaardelijke opzet’: bij het maken van de sliding werd bewust het risico genomen dat de tegenstander zou worden geraakt en/of zou vallen.
Een uitspraak die tot meer claims gaat leiden of een zwaluw die geen zomer maakt ? Nam de tennisser tijdens de les niet een zelfde risico bij het slaan van de bal rechtdoor ? En wat te denken van de hockeyer die de stick te hoog heft ? Het woord is aan de civiele rechter.
Heeft u een ongeval gehad tijdens het sporten en wilt u meer weten over uw mogelijkheden om uw schade te verhalen?
Neem gerust contact op met Cure Letselschade.
Wanneer u ons mailt nemen wij binnen 24 uur contact met u op!
Lees zelf de hele uitspraak: Hof Den Haag
In de media: artikel NOS