Het is een warme zomerdag wanneer een 16-jarige jongen met zijn vrienden gaat zwemmen in een openbaar zwembad. Op de aanwezige (nieuwe) familieglijbaan halen zij allerlei capriolen uit. Wanneer hij op zijn knieën van de glijbaan glijdt, gaat het mis. Hij raakt met zijn hoofd de bodem van het zwembad en loopt een dwarslaesie op.
Hoe ver gaat de zorgplicht van de beheerder van het zwembad? De glijbaan is immers geschikt voor jonge kinderen en bij een juist gebruik ongevaarlijk. En hoe zwaar weegt de eigen gedraging van het slachtoffer. Voer voor juristen.
Onlangs oordeelde de rechtbank Midden-Nederland over dit ongeval uit 2011.
De rechter heeft eerst gekeken of de glijbaan zelf een gebrek had waardoor het ongeval is ontstaan, dat was niet het geval. De glijbaan voldeed aan de geldende (veiligheids-)voorschriften.
Niettemin kan de glijbaan zelf toch gebrekkig zijn, aldus de rechtbank, wanneer onvoldoende rekening is gehouden met het te verwachten gebruik van de glijbaan (lees: het capriolen uithalen op de glijbaan), het potentiële gevaar voor gebruikers (lees: is het risico op letsel reëel) of te verwachten veiligheidsmaatregelen niet getroffen worden (lees: onvoldoende toezicht).
Vervolgens toetste de rechter de algehele feitelijke situatie aan de zogeheten Kelderluikcriteria (Hoge Raad 5 november 1965).
Hoe waarschijnlijk is het dat gebruikers van de glijbaan onvoorzichtig of onoplettend zijn?
Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?
Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
Was het nemen van (extra) veiligheidsmaatregelen bezwaarlijk?
Is er voldoende (adequaat) gewaarschuwd voor het gevaar?
Hoe denkt u hierover?
Op deze vragen kan ieder voor zich wel een antwoord bedenken. Natuurlijk laten kinderen / jongeren zich uitdagen door een glijbaan. En als zij gevaarlijke trucs uithalen, dan moet er een toezichthouder zijn om in te grijpen. Maar hoe zit het dan met de eigen verantwoordelijkheid van het 16-jarige slachtoffer? Waarom alle verantwoordelijkheid bij het zwembad neerleggen? Maar weet u dat er jaarlijks zo’n 1100 (!) ongevallen plaatsvinden door het gebruik van waterglijbanen.
De rechtbank oordeelde als volgt:
Het was voorzienbaar dat kinderen/jongeren op niet toegestane wijze van de glijbaan af zouden gaan waardoor een gevaarlijke situatie zou kunnen ontstaan.
Bij de glijbaan was daarom (extra) toezicht aangewezen geweest.
Toezicht, bij voorkeur op het platform bij de glijbaan, was eenvoudig te realiseren geweest.
Van de beheerder van het zwembad mocht naar maatstaven van zorgvuldigheid worden verwacht dat zij toezicht hield bij de glijbaan, bij voorkeur op het platform, om bij gebruik op een wijze die niet volgens de instructies is de gebruikers direct aan te spreken en de gevolgen van een eventueel ongeval op de glijbaan te beperken.
Door dit na te laten, voldoet het gebruik van de glijbaan niet aan de eisen die men daar in de gegeven omstandigheden aan mag stellen en heeft de beheerder in strijd gehandeld met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt en daarmee onrechtmatig.
De beheerder van het zwembad is aansprakelijk.
Hierna oordeelt de rechtbank over het gedrag van het slachtoffer. Is hij misschien zelf ook schuldig aan het ongeval? Als bekend gleed hij op zijn knieën van de glijbaan af, terwijl hij wist (of had moeten weten) dat dit niet mocht. Hij zou bovendien nog één of twee biertjes hebben gedronken… En er wordt gezegd dat hij zich aan het einde van de glijbaan had afgezet en in het water is gedoken (iets wat het slachtoffer zelf ontkent).
De rechtbank over de rol van het slachtoffer zelf:
Of hij nu wel of niet zijn evenwicht verloor en/of hij zich op het eind heeft afgezet en is gedoken, kan in het midden blijven. Vast staat dat hij met bier op, op niet toegestane wijze van de glijbaan is gegaan en met zijn hoofd vooruit het water inging. Deze gedraging heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en de gevolgen daarvan en daarmee aan het ontstaan van de schade.
Het vonnis van de rechtbank
De fouten over en weer wegen volgens de rechtbank even zwaar, de schadevergoedingsplicht van de zwembadbeheerder wordt met de helft verminderd naar 50%. Maar door de ernst van het opgelopen letsel (dwarslaesie) en het feit dat de beheerder voor een dergelijke schade is verzekerd, corrigeert de rechtbank dit naar 75%.
Een vonnis waar de meningen over zullen verschillen. Had het jonge slachtoffer niet toch 100% vergoeding moeten krijgen? Het toezicht op de glijbaan ontbrak nagenoeg volledig. En waarom zijn de jongens niet bij de glijbaan weggestuurd? Kortom: voer voor juristen.
Om de volledige uitspraak zelf te lezen klik op de volgende link:rechtbank midden-nederland